broos

Potlood op papier

De serie broos is een samenwerking tussen mij en dichter Marjon Zomer.
broos is breekbaar. Niet bestand tegen ruwe bejegeningen. fijngevoelig en fragiel. De bindende factor tussen het werk van Jana Vis en Marjon Zomer. 
Waar woorden beelden vormen, illustreren potloodstrepen. Vergroten, verkleinen, maar immer kwetsbaar.
bijvoorbeeld 5 mei


het grasveld glibberde 
door de nattigheid
of was het de schrik
glipte ik onderuit

- draag nooit hakken in een nat park - 

ik gespte de parachute van mijn rug
- hoe kon ik denken dat we eeuwig zouden vliegen - 
spuwde woorden terug richting jou
man met de piliotenbril
- nou dan weet ik dat ook - 
en was je niet meer mijn maar man

de rest van de middag
gedroeg ik me
als een overwinnaar
- gelukkig was er wijn - 
bijvoorbeeld 5 mei hakken potlood
distillatie


meestal zijn ze groen
soms doorzichtig
maar hoe dan ook leeg

mijn bijdrage aan het milieu
noem je het de afbraak
van je eigen milieu niet meerekenend

statiegeld is een spaarpot
die aan het einde
van de maand je balkon vult

toen ze de voordeur
achter zich sloot was het
niet jouw laatste druppel
distillatie wijnglas potlood marjon zomer
geweest


onaageroerd kopte de krant
de verselijkste dingen
dekringen van gister verbergend
op het tafelblad

in verstilling 
rookte zij de tijd aaneen


tocht van buiten
deed stofpluizen 
van de afgelopen tijd
opwaaien

geluiden van honger
en onvrede
bleven kamervullend hangen

slanke vingers reiken
in een laatste gebaar
naar onbereikbaar geworden
gewoontes
geweest marjon zomer plan vergaan potlood
voorbij


jij zei
dat zij
en jij
meer wij
zijn
voorbij marjon zomer tandenborstel mok potlood
tijd


de gedachte drong zich op
toen ik bij het aanrecht
de kopjes en het sop

wat zegt het
als ze zeggen zeven maanden nog
hoe pak je dat beet

tijd slijt
onder je handen
je voeten
onder je door

de koortsige hand van mijn vader
op mijn hand vlak voor zijn dood
warmte die er nooit was

koud water wast minder goed af
tijd lepel marjon zomer potlood
verhuizen in juli


aan mijn parasol hangt dik de warmte
ze glijdt als druppels langs mijn slaap
een zolder vol volle dozen
nog altijd in de winterslaap

ik klim omhoog en versleep kartonnen
volgestouwd met jou en mij
waar wij samen zijn begonnen
resten restanten van voorbij

een gecreëerde ruïne van
gevoelens opgestapeld in de hal
twee keer dertien treden zweet
vormen stapsgewijs een waterval

tranen lopen evenredig over
zeer van nu en oud
en ook in verse wonden
snijden diepe druppels zout
plant vergaan verhuizen in juli marjon zomer potlood
winter


krakende sneeuw 
duwde tegen zijn schoenzolen

gedachten vulde de omgeving
en bleven bevroren hangen

waar eerst een pad was
liep hij nu

verlangen hield hem opgesloten
en liet sporen na

de kou trok langzaam omhoog
winter marjon zomer potlood toren